Microfinanciering als levenslijn voor vele ondernemers in Oost-Timor
Geschreven door Lynn Hamerlinck op 12 september 2024
In Oost-Timor aankomen spreekt tot de verbeelding. Vanuit Indonesië is het maar een uurtje vliegen naar de kleine hoofdstad Dili. Je vliegt over een helderblauwe oceaan en ziet af en toe een atol of een groen, vulkanisch eiland door het raam.
Bij aankomst is het me meteen duidelijk dat we niet in Jakarta of Bangkok zijn. Dili bestaat enkel uit laagbouw en mist infrastructuur. Hoe dat komt lees je verder in dit artikel.
Na het inchecken in een van de weinige pensions ga ik op bezoek bij het kantoor van Kaebauk Investimentu No Finansas. De microfinancieringsinstelling haalt sinds 2023 financiering op via Lendahand. Met dit bezoek willen we beter begrijpen hoe deze financiering wordt ingezet voor armoedebestrijding en economische welvaart in het land.
Hoe gaat Kaebauk te werk?
De komende twee dagen is Tony, Business Development Manager bij Kaebauk, mijn contactpersoon. Het valt meteen op hoe begaan Tony is met zijn werk en land. Hij is opgegroeid in Australië en studeerde er ook. Toch kiest hij er bewust voor om dicht bij zijn familie in Oost-Timor te wonen: “In Australië zou ik met mijn diploma meer verdienen en een betere levensstandaard hebben, maar de kennis van jonge professionals is nodig om Oost-Timor verder op de kaart te zetten. Daarom blijf ik hier en werk ik bij Kaebauk.”
We lopen langs het kantoor van vice-directeur Edio. Hij vertelt me: “Ik werk hier voor de sociale impact die we maken. Regelmatig bezoek ik onze filialen in rurale gebieden om mensen te spreken over hun financieringsbehoeftes. Het valt me steeds weer op hoe belangrijk wij zijn voor vele mensen. Ze starten vaak met een microlening van 100 dollar, het minimum, en kunnen groeien tot een echte winkel of zaak. Die succesverhalen geven me nog steeds kippenvel en hoop.”
Kaebauk heeft een goede reputatie opgebouwd. Vanuit hun 22 filialen in rurale gebieden praten ze met mensen en volgen ze iedereen persoonlijk op. Dit werk nemen de zogenaamde field officers op zich. Zij hebben verschillende taken. Allereerst zoeken zij nieuwe potentiële klanten om hun maandelijkse targets te halen. Daarnaast volgen ze hun bestaande klanten op. Bij beide taken is het heel belangrijk dat ze een duidelijk beeld vormen van de situatie van hun klant. Hoeveel geld heeft iemand nodig? Waar is het geld voor nodig? Hoe gaan ze de lening terugbetalen? Wat is iemands familiale situatie?
Als je een field office in het wild ziet, dan zit die 99% van de keren op een motor. Zonder die motor komt hij nergens. Daarmee kan hij de meest afgelegen, hobbelige slingerwegen over om ook mensen die afgelegen in de bergen wonen te bereiken. De wegen zijn amper geasfalteerd en als ze het zijn moet je om de haverklap een enorme put ontwijken.
Een field officer heeft een specifiek profiel: een energieke man tussen de 30 en 45 jaar met een bachelor in de boekhouding. Cultureel en fysiek gezien is het een mannenbaan. Ze rijden de hele dag met de motor op afgelegen wegen en zijn verantwoordelijk voor het vervoeren van cash geld van uit- en terugbetalingen van leningen. Ze moeten de wegen en de mensen goed kennen en draaien soms lange dagen om hun doelen te behalen.
De field officers krijgen ondersteuning van collega’s met een uitgebreidere financiële achtergrond en worden regelmatig bijgeschoold. Vaak kan een field officer doorgroeien tot filiaalmanager. Het team helpt klanten verder met hun leningen en spreekt terugbetalingstermijnen met ze af. Zoveel flexibiliteit en begrip vind je niet bij een traditionele bank.
Kaebauk doet hun best om meer vrouwen aan te trekken in hun team. Zij gaan dan vaak als secretaresse of accountant aan de slag op kantoor. Binnen Kaebauk is 30% van het team van 330 werknemers vrouw.
Kaebauk ziet mensen, ook als zij afgelegen wonen
Van de 1,3 miljoen Timorezen woont slechts 220.000 in de hoofdstad Dili. De rest woont verspreid in moeilijk bereikbare dorpen. Hoe zorg je ervoor dat niemand vergeten wordt?
In het kader van armoedebestrijding is het belangrijk om ook mensen in de meest afgelegen gebieden te bereiken. Zij hebben maar zelden toegang tot financiering of financiële kennis. Ze zijn bang voor banken die rente en onderpand vragen, begrijpen vaak niet wat de bedoeling is en hoe geld hen vooruit kan helpen als ze het goed beheren.
Het gevolg daarvan is dat maar liefst 86% van de Timorezen geen bankrekening heeft. Alles gebeurt cash. Ze gebruiken nog Timorese dollarmunten, maar briefjes zijn klassieke US dollars. Van alle klanten die we samen bezoeken had slechts één onderneemster een bankrekening.
“Maar waar bewaren de mensen hun contant geld dan?", vraag ik aan Tony. “Oh, gewoon, opgerold in een bamboestok die ergens in de kamer staat.”
Is iedereen ondernemer in Oost-Timor?
60% van de klanten van Kaebauk is vrouw. Hoe komt het dat er zoveel vrouwelijke ondernemers zijn? In Oost-Timor werken mannen meestal voor een werkgever. De grootste werkgevers zijn de overheid, bouwbedrijven en beveiligingsbedrijven. Voor vrouwen zijn er doorgaans geen banen. Daarom zijn het dus de vrouwen die zelf een economische activiteit op touw moeten zetten en bij Kaebauk een lening aangaan. Het zijn dus meestal de vrouwen die thuis de financiën regelen.
Het valt me op hoe laag de koopkracht is in het land. Veel ondernemers verkopen hetzelfde en zien maar weinig klanten op een dag. Toch krijgt de huidige democratische regering het vertrouwen van het volk om Oost-Timor verder te laten groeien. Er is de voorbije jaren veel veranderd, al mist het land opportuniteiten. De bevolking hoopt meer aandacht te krijgen van diverse internationale investeerders, en niet alleen vanuit China.
Op bezoek bij de ondernemers
Tony neemt me mee over de ongeasfalteerde wegen rond Dili om verschillende ondernemers te ontmoeten. Bij het filiaal in Bazartete ontmoet ik de energieke Risk Officer Alicia die me trots over haar baan wil vertellen: “Ik werkte voorheen voltijds op het hoofdkantoor bij de boekhouding, maar nu kom ik minstens drie dagen per week naar de districten voor risicoanalyses van de (potentiële) klanten. Dat vind ik veel leuker! Ik overleg met de field officers of iemand een lening kan aangaan en zo ja, hoeveel zij nodig hebben en comfortabel kunnen terugbetalen.” “En wat als dat niet lukt?”, vraag ik haar. “Dan zoeken we samen naar een oplossing. Dat is nodig bij ongeveer 20% van de mensen.”
Wie kan een lening aangaan?
Je moet aan de volgende voorwaarden voldoen voor een lening:
- Je onderneming moet minstens 5-6 maanden actief zijn.
- Je moet een beetje cashflow laten zien. Als je dat niet kunt voorleggen dan helpt Kaebauk je om dit op te zetten.
- Gemiddeld bedragen de leningen 1,500 US dollar.
De markt van Liquiça
Op de markt van Liquiça bgaan we langs bij Lídia. Haar echtgenoot overleed jong en als alleenstaande moeder was ze dankzij haar ondernemingen en leningen in staat om haar beide dochters naar school te sturen. Ze studeren nu aan de universiteit van Dili.
Lídia heeft de kiosk als hoofdinkomen. Daarnaast bakt ze bakstenen af en heeft ze een marktkraam waar ze tweedehandskleding verkoopt. In de kiosk en voor de bakstenen heeft ze elk twee mensen in dienst.
Ik vraag haar naar de werking van haar winkel: wie zijn haar klanten en hoe lang staan de producten gemiddeld bij haar in de winkel? “Voeding en dranken gaan snel, die moet ik elke twee weken weer aanvullen. Maar voor andere producten, zoals parfum, duurt het soms twee maanden”, vertelt Lídia me. Ik durf toch te gokken dat sommige producten al meer dan twee jaar op de plank stonden, aan de laag stof te zien.
Lídia is heel actief in haar community en treedt op als mentor voor andere vrouwen. Samen koken ze en praten ze over hoe ze hun levensomstandigheden kunnen verbeteren. Ze hebben zelfs een spaargroepje opgericht om elkaar te helpen wanneer het noodlot toeslaat.
Wat verderop zit Imaculada met een vriendin en twee van haar kinderen. Ze verkoopt groenten die ze bij een boer kon inkopen met geld van een kleine agri-lening bij Kaebauk. Een plekje op de markt is gratis. Ze verkoopt enkel ui, tomaten, aubergines en spinazie.
Door haar gezinssituatie is Imaculada momenteel redelijk afhankelijk van de financiering. Gelukkig gaat het terugbetalen van haar lening vlot. Kaebauk helpt haar bij het stellen van haar leningsbedrag zodat ze zeker niet in de terugbetalingsproblemen komt.
Ik heb nog meer ondernemers ontmoet in Oost-Timor. Hun verhalen lees je bij de projecten van Kaebauk op ons crowdfundingplatform.
De onafhankelijkheidsstrijd van Oost-Timor
‘s Avonds ga ik even langs het strand wat eten en drinken zoeken. Echt veel restaurants blijken er langs het strand niet te zijn, maar ik ben blij met de buit: een kokosnoot voor 2 dollar bij een straatverkoper en een pakje zoete aardappelfriet met gesmolten kaas bij een kraam. Zittend op een betonblok langs de rand van de weg besluit ik dat ik meer wil weten over de geschiedenis van dit boeiende land.
De volgende ochtend neem ik voor 4 dollar een oude taxi naar het Resistance-museum waar ik diep onder de indruk raak van het koloniale verleden met Portugal die duurde tot de Anjerrevolutie in 1974 en de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië die tussen 1975 en 1999 aan 180.000 Timorezen het leven kostte.
De bestuurstalen zijn vandaag de dag het Portugees en het lokale Tetun, maar velen praten ook Bahasa Indonesia of een woordje Engels.
De economie snakt naar groei en opportuniteiten. Oost-Timor is nog sterk afhankelijk van import uit Indonesië en Australië. Ook het toerisme staat nog in de kinderschoenen. Je kunt Mount Ramelau beklimmen of naar Atauro, een eiland waar je kunt snorkelen en duiken. De koraalriffen zijn er blijkbaar prachtig en ongerept. Potentieel dus een goede off-the-beaten track bestemming.
Diep onder de indruk van de verhalen, maar hoopvol voor een betere toekomst, ga ik naar de luchthaven.
Houd de Timorezen in gedachten
Timor Leste is niet mijn eerste bezoek aan een land in ontwikkeling. Toch heeft deze reis de meeste indruk op me gemaakt als het gaat om het begrijpen van hoe armoede in elkaar zit. Dit is een nieuw land met een geschiedenis waar zij niet voor hebben gekozen, maar het is, met de middelen die er zijn, aan het werken aan verbetering. Dat wij daar vanuit Europa aan kunnen bijdragen is heel bijzonder.
Terug in Indonesië vind ik een handvol Timorese dollarmunten in mijn rugzak: “Verdorie, hiermee kan ik de vrouw op de markt van twee daglonen voorzien,” denk ik. Een week later ben ik opnieuw op de luchthaven. Voor ik naar mijn gate ga, wandel ik langs de gate voor de vlucht naar Dili die rond hetzelfde tijdstip vertrekt. Een Timorese vrouw maakt oogcontact en ik vraag haar of ze Portugees praat. We spreken af dat ze de munten aan iemand geeft die het goed kan gebruiken. ‘Para ajudar alguém que precisa, está bem?’ Ze knikt breed lachend. Ik voel dat ze al iemand in gedachten heeft.
Kaebauk heeft ook al iemand in gedachten die heel veel baat heeft bij jouw investering. Toon via Lendahand dat je in de Timorezen gelooft en investeer vandaag nog in het project van Kaebauk. Jouw financieel rendement bedraagt 5,25% per jaar, jouw sociaal rendement gaat daar ver overheen.